1. Dubbele terugdraaimethode, met twee rotatieco?rdinaten die direct de richting van de gereedschapsas controleren;
2. De neerwaartse rotatiemethode heeft twee co?rdinatenassen aan de bovenkant van het gereedschap, maar de rotatieas is niet loodrecht op de lineaire as;
3. Dubbele draaitafelmodus, twee rotatieco?rdinaten controleren direct ruimtelijke rotatie;
4. Opgeschoven werkbank, met twee assen op de werkbank, maar de rotatieas is niet loodrecht op de as;
5.?én schommeling en één rotatie, twee rotatieco?rdinaten, één op het gereedschap en één op het werkstuk.